Refractortelescoop
Een refractortelescoop gebruikt lenzen en wordt daarom ook wel een lenzentelescoop genoemd. De refractor maakt gebruik van een in de buis geplaatste lens. Het licht gaat door de lens en wordt daardoor afgebogen naar het brandpunt waar het beeld wordt gevormd.
Reflectortelescoop
Een reflectortelescoop gebruikt een holle spiegel achterin de telescoop en wordt ook wel een spiegeltelescoop genoemd. De spiegel weerkaatst de invallende lichtstralen naar een hulpspiegeltje en deze kaatst ze door naar het oculair waardoor u kijkt.
Maksutov-Cassegraintelescoop
Deze telescoop soort gebruikt zowel spiegels als lenzen en is hiermee dus een kruising tussen een refractor- en een reflectortelescoop. Met deze telescoop worden de voordelen van een spiegeltelescoop(reflector) gecombineerd met een lenzentelescoop (refractor). De telescoop maakt gebruikt van een holle spiegel achterin de telescoop die de invallende lichtstralen terugkaatst naar een dubbele holle lens. Op de achterkant van deze holle lens zit een (vang)spiegel die het licht door kaatst naar een gat in de hoofdspiegel waardoor het beken wordt met het oculair.
Lens/Spiegel
Zijn in staat veel meer licht te verzamelen van een object dat ver weg is, en brengen dat licht (of beeld) samen tot 1 punt (brandpunt). Een lens wordt gebruikt in een Refractortelescoop en een spiegel in een Reflectortelescoop. Er is ook een uitzondering waar zowel een lens als een spiegel in te vinden is, dit zijn Maksutov-Cassegraintelescopen.
Oculair
Verzamelt het licht vanuit het brandpunt van de telescoop en verspreidt het zodat het een groot gedeelte van uw iris in beslag neemt.
Filters
Dit zijn stukjes glas die in de buis van het oculair geplaatst worden. Hierdoor worden de lichtgolven gefilterd en ziet u bepaalde kleuren niet of anderen kleuren juist beter.
Diameter Objectief
De diameter van de primaire lens of spiegel van de telescoop heeft directe invloed op de hoeveelheid licht die een telescoop kan verzamelen. Hoe hoger de hoeveelheid licht die de telescoop kan verzamelen, des te beter en helderder de observaties is. Voor zover mogelijk is het altijd verstandig om de grootst mogelijk objectie grootte aan te schaffen die u kunt betalen. Denk er hierbij wel om dat hierdoor de omvang (opbergruimte) en het gewicht aanzienlijk kunnen toenemen.
Vergroting
De vergroting van de telescoop wordt bepaald door een combinatie van lenzen. Daarnaast wordt de vergroting bewerkstelligd door de korte brandpuntsafstand van het gebruikte oculair en de lange brandpuntsafstand van de telescoop. Een vuistregel voor de vergroting is: “Des te hoger de vergroting, des te kleine het gezichtveld en lager de helderheid van het beeld”. De maximale vergroting van een telescoop is rwee maal de diameterin van de telescoop (in mm). Bij een telescoop met een diameter van 60 mm (de diameter van de spiegel of lens) is de maximale vergroting 120x.
Brandpuntsafstand
De brandpuntsafstand is de afstand die het licht aflegt om samen te komen in één punt (brandpunt). De brandpuntafstand is voor telescopen een belangrijk getal. Mede door het brandpunt wordt de vergroting van een telescoop bepaald.
View finders
Deze worden gebruikt om de telescoop te richten op de plaats (bijv ster of planeet) die u wilt waarnemen. Een view finder werkt hetzelfde als het vizier op een geweer. View finders worden geleverd in drie typen:
- Peep sights cirkels die u helpen om u waarneming in beeld te krijgen.
- Reflex sights een spiegel box die de lucht laat zien en de waarneming verlicht met een rood led puntje, eigenlijk hetzelfde als een laserstraal op een geweer.
- Telescoop sight een klein, laag vergrotende (5x tot 10x) telescoop die gemonteerd is op de zijkant van de telescoop en een kruis heeft, en dus netzo werkt als een vizier van een geweer.
Dauwkap
Indien u ’s nachts gaat observeren wanneer het koud is, kan de dauw uw telescoop condenseren en dan vooral rond of op de optische elementen (spiegel of lens). Om dit te voorkomen kunt u een dauwkap gebruiken.
Parallactisch statief
Een parallactisch statief heeft twee loodrecht op elkaar staande assen; rechte klimmingsas (ook wel RK- of uuras genoemd) en declinatie-as (ook wel DEC- of elevatie-as genoemd). Bij dit soort statief hoeft u dus niet de telescoop op en neer te bewegen (zoals bij de azimutale as), maar compenseert de telescoop vloeiend de aardomdraaiing in tegengestelde richting.
Azimutaal statief
Een azimutaal statief heeft twee assen om te roteren; de horizontale as en de verticale as. Om uw telescoop op een object te richten, roteert u de telescoop via de horizontale as (ook wel de azimutale as genoemd), daarna roteert u de telescoop naar boven op de altitude (y) as, zodat het object ook op de verticale as waarneembaar is.
Openingsverhouding
De openingsverhouding noemt men ook wel het f/nummer en betreft de helderheid van het beeld en de breedte van het gezichtsveld. De openingsverhouding kan worden berrekend door het brandpunt van de telescoop te delen door de diameter van de telescoop. Bij een telescoop met een brandpunt van 800 en een diameter van 60 is de openingsverhouding 1:13 (800/60=13). Voor de openingsverhouding kunt u het volgende lijstje aanhouden:
- 1:10 of hoger – goed voor het waarnemen van de maan, planneteren en high power sterren.
- 1:8 – goed voor alle allround waarnemignen
- 1:6 of lager – goed voor het bekijkern van deep sky objecten (zoals nevels)
